Wat doen we?

Wat is orthodontie?

Orthodontie is een specialisatie in de tandheelkunde. Het woord orthodontie is afgeleid van de oud-Griekse woorden orthos (recht) en odontos (tand) en verwijst naar het rechtzetten van tanden. Als specialisme omvat het echter meer dan dat. De orthodontie houdt zich ook bezig met het corrigeren van de boven- en onderkaak ten opzichte van elkaar.

Een patiënt die een behandeling ondergaat herken je meestal aan zijn of haar beugels. Hierbij worden via haakjes en elastiekjes permanente trek- en drukkrachten op de gebitsdelen uitgeoefend tot de gewenste stand is bereikt. Tijdens de behandeling moet je als patiënt een beugel meestal continu (dag en nacht) dragen. Je moet ook regelmatig op controle bij de orthodontist waarbij op gepaste tijdstippen de beugel wordt bijgesteld.

Meestal werken tandarts (eerstelijns) en orthodontist (tweedelijns) samen. Vindt je tandarts dat een orthodontische behandeling nodig is, dan zal hij of zij je doorverwijzen naar een orthodontist. Er zijn tandartsen die zelf orthodontie uitoefenen, maar een erkende orthodontist heeft er nog vier jaar extra specialisatie aan de universiteit opzitten.

Behandeling stap voor stap

Eerste consultatie

Tijdens deze consultatie luisteren we naar de redenen van je bezoek. Je positie van de tanden, de wisselfase van je gebit en je mondhygiëne worden bekeken en er wordt beslist of de behandeling al kan worden gestart.

Indien nodig verzamelen we tijdens deze raadpleging verdere gegevens om een behandelplan te kunnen opstellen (röntgenfoto’s, aangezichtsfoto’s, tandfoto’s en tandafdrukken). Tevens delen we bij deze eerste consultatie een richtprijs mee voor de behandeling.

Mochten er recent röntgenfoto’s genomen zijn door de tandarts, vraag dan om deze mee te geven of digitaal door te sturen naar de praktijk en breng zeker ook je identiteitskaart mee.

Na deze eerste consultatie zijn er verschillende mogelijkheden:

  1. Voorbehandeling

    Vroegtijdige behandeling. In sommige gebitssituaties kan er reeds op jonge leeftijd (7 à 8 jaar) gestart worden met een uitneembaar apparaat. Dit gebeurt voornamelijk bij functionele problemen zoals dwangbeten, waarbij een risico bestaat dat je kaak scheef groeit of zeer grote overbeten waarbij de kans op een tandtrauma aanzienlijk is. De voorbehandeling moet opgestart worden voor 8,5 jaar. Een voorbehandeling sluit echter een latere behandeling met blokjes niet uit.

  2. of Observatie

    Tandwisseling opvolgen. Indien het te vroeg is om te starten met orthodontie stellen we behandeling nog even uit en maken we een nieuwe afspraak om de situatie verder op te volgen. We bepalen het optimale moment om de behandeling te starten zodat de behandelduur zo kort mogelijk is en eventueel nog beïnvloeding van de groei mogelijk is.

  3. of Behandeling

    Nadat alle nodige gegevens verzameld zijn en het behandelplan door ons is opgesteld, wordt dit besproken met de patiënt en zijn ouders. Er wordt uitleg gegeven over de aard van de afwijking, het soort van apparatuur (uitneembare of vaste apparatuur) en de vermoedelijke behandelduur. Na deze bespreking wordt ook steeds een verslag gestuurd naar de algemeen tandarts. In sommige situaties wordt een 2-fasen behandeling gedaan. Er wordt dan gestart met uitneembare apparatuur en (meestal) na een korte periode van onderbreking wordt er verder gewerkt met vaste apparatuur

Retentie

Wanneer de actieve behandeling ten einde loopt, moet het eindresultaat gestabiliseerd worden. Dit gebeurt met behulp van retentie-apparatuur. In onze praktijk hebben we de gewoonte om zowel een retentiedraad (een gekleefde draad aan de binnenzijde van de tanden) als een nachtapparaat te vervaardigen.

We raden aan je retentiedraden en retentie-apparatuur ten minste twee jaar te dragen. Gedurende deze periode word je ook nog regelmatig opgeroepen om je retentiedraad na te kijken en om te controleren of je tanden mooi ter plaatse blijven.

Na die twee jaar kan je zelf je tandstand blijven controleren door af en toe het nachtapparaatje eens te passen. Op die manier zal je ook snel voelen of je retentiedraad eventueel is losgekomen.